Dat het EPC of energieprestatiecertificaat verplicht is bij de verkoop en verhuur van een woning of appartement weten we allemaal. Maar wist u dat zo’n attest voortaan ook beschikbaar moet zijn voor kleine, niet-residentiële gebouwen en de gemeenschappelijke delen van een appartementsgebouw? In dit blogartikel brengen we u up-to-date over deze nieuwe bepalingen in vastgoedland.


Een EPC, wat is dat ook alweer?

Het energieprestatiecertificaat geeft de energetische kwaliteit of energiezuinigheid van een woning weer aan de hand van een kengetal (EPC-score) of letterlabel. Het kengetal drukt uit hoeveel primaire energie een woning verbruikt per vierkante meter, het label scoort de woning van A+ (zeer energiezuinig) tot F (zeer energieverslindend). Hoe lager het EPC-kengetal of hoe hoger het letterlabel, hoe beter de energiescore en hoe energiezuiniger de woning of het appartement is.

Tot op heden was dit energie-bewijsstuk enkel verplicht voor residentiële en publieke gebouwen. Hier komt binnenkort echter verandering in. We zetten de 2 nieuwigheden even voor u op een rijtje. 

Kleine, niet-residentiële gebouwen

Vanaf 1 januari 2020 moeten ook kleine, niet-residentiële gebouwen zoals een kantoor, handelsruimte of horecazaak over een EPC beschikken. Concreet wordt onder deze gebouwen het volgende verstaan:

“Een gebouweenheid met niet-residentiële en niet-industriële bestemming met een vloeroppervlakte die niet groter is dan 500 m² en waarbij het aaneengesloten geheel van niet-residentiële gebouweenheden binnen eenzelfde gebouw, waarvan de gebouweenheid deel uitmaakt, een vloeroppervlakte heeft die niet groter is dan 1000 m².” (bron: CIB)

De rekenmethodiek en aanbevelingen voor dit attest zijn gelijkaardig aan deze van residentiële panden en kan dus ook door een energiedeskundige type A opgesteld worden. Het EPC moet, net zoals bij de verkoop of verhuur van een woning of appartement, verplicht aanwezig zijn op het moment dat het gebouw te koop of te huur komt te staan en is eveneens geldig voor een periode van 10 jaar. 

Gemeenschappelijke delen van een appartementsgebouw

Als tweede nieuwe bepaling dient er vanaf 1 januari 2022 ook een EPC beschikbaar te zijn voor de gemeenschappelijke delen van een appartementsgebouw. Denk hierbij aan het dak, de binnenmuren, vloer, vensters of gemeenschappelijke installaties voor verwarming en warm water. Dit attest is verplicht voor elk gebouw in mede-eigendom en is van toepassing op zowel de verwarmde als niet-verwarmde delen.

Om verwarring met het standaard EPC te vermijden, toont het EPC voor de gemeenschappelijke delen geen letterlabel. Het werkt daarentegen met kleurenbalkjes en symbolen die de energiezuinigheid van elk gemeenschappelijk onderdeel visueel weergeven. Dit attest bevat ook aanbevelingen die de verschillende eigenaars van het gebouw op een snelle en eenvoudige manier inzicht geven in wat er nog moet gebeuren om de energiezuinigheid van het appartementsgebouw te verbeteren.

In tegenstelling tot residentiële en niet-residentiële panden staat de verplichting hier los van verkoop en verhuur. Het attest moet met andere woorden sowieso en altijd beschikbaar zijn. Eenmaal opgemaakt, blijft het EPC 10 jaar geldig. Voor nieuwbouwappartementen gaat deze regel pas 10 jaar na het verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning in.

Is het een en ander nog niet helemaal duidelijk of heeft u nog bijkomende vragen over de EPC-regelgeving? Neem dan contact met ons op, we helpen u graag verder.